Beesten door de bril van een bevlogen bioloog De eendenman op zijn best! Puttend uit de actualiteit, talloze tips, eigen scherpe natuurobservaties en zijn rijke archief vol onwaarschijnlijk onderzoek schrijft Kees Moeliker sinds april 2009 de column ‘Beest’ voor NRC Handelsblad. Al deze stukjes beest staan in De bilnaad van de teek. Gaandeweg wordt het de lezer duidelijk wat deze bevlogen bioloog boeit en bezighoudt: het kleinste detail, afwijkend gedrag, het dode dier, stadsnatuur, nieuwe ontdekkingen, volhardende vorsers en meer. In dit boek schrijft Moeliker kort en bondig, droogkomisch en vaak doorspekt met keiharde wetenschap over bijvoorbeeld het oog van een nijlpaard, patatmeeuwen, de ekster die paaseitjes at, een kikker die zich vergreep aan een goudvis, een Koninklijke schaamluis, de gier die werd aangezien voor een Mossad-agent en de onderzoekers die spitsmuizen met huid en haar doorslikten en vervolgens de botjes uit hun ontlasting zeefden. Met de ware verhalen achter de inmiddels legendarische dode dieren zoals de onthoofde kanarie van Kollumerzwaag, de McFlurry-egel, de traumameeuw en de Tweedekamermuis. Kees Moeliker is conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, European Bureau Chief van Improbable Research en stand-up bioloog. Hij schrijft voor NRC Handelsblad en HP/De Tijd en is regelmatig te beluisteren als columnist van het radioprogramma Vroege Vogels.
Hoe zat het ook alweer met die dode potvis die ontplofte op het strand? En waar is die mus gebleven
die werd omgebracht, omdat hij dreigde een dominorecord te versjteren?
Bioloog Kees Moeliker beschreef deze en 113 andere ‘dieren met een verhaal’ in columns die verschenen in NRC Handelsblad. Nu bundelt hij de columns tot een boek, dat de titel draagt van zijn
eerste NRC-column.
Met de meeste dieren in Moelikers columns is het slecht afgelopen; daarom haalden ze vaak überhaupt het nieuws. Denk maar aan de muizen die de afgelopen jaarwisseling op vuurpijlen werden weggeschoten door Friese jongemannen. Moeliker beschrijft de zaken echter op zijn kenmerkende
droogkomische manier, waardoor zelfs de meest tragische gevallen toch een lichte vorm van leedvermaak opwekken.
Het boek in een ruk uitlezen, is echter niet aan te raden. De columns zijn erg kort, waardoor het boek meer weg heeft van een verhaaltjes-snoeppot dan een traktatie waar je eens goed voor gaat zitten. Het is een logisch bijverschijnsel van columnbundelingen, dus Moeliker valt dat zeker niet aan
te rekenen. Laten we hopen dat hij snel een groter podium krijgt dan bij het NRC.